Hij is negen jaar en komt huppelend de kamer binnen. Hij heeft er zin in en kijkt mij verwachtingsvol aan. Ik ben een stuk ouder en ik zat al op hem te wachten. Ook ik heb er zin in, want hij kijkt mij zo verwachtingsvol aan.

 

Al een paar weken praten we eens per week over Mindset. Om de growth- en de fixed mindset te begrijpen, fantaseren we over twee robotjes: Growie en Fixie (met dank aan Het Talentenlab voor deze geweldige uitvinding).

 

Hij fantaseert over hoe Fixie afhaakt bij moeilijkheden, hoe hij bij de rekenles als hij iets niet weet zomaar iets invult om snel klaar te zijn. Hij tekent Fixie die ineens zomaar stopt met een gezelschapsspel, als hij door krijgt hij waarschijnlijk niet wint.

 

Ik vertel over hoe spannend ik het soms vind om aan iets nieuws te beginnen. Over dat ik 20 bladzijdes met muzieknoten op de piano had staan die ik aan een koor moest aanleren en dat ik maar twee weken had om het zelf allemaal te leren. En dat ik, in plaats van snel beginnen met studeren, eerst een week heb lopen nadenken over welke smoezen bruikbaar waren (en wat ik kon maken) om het niet te hoeven doen.

 

Hij vertelt over die ene keer dat hij halverwege een klimwand niet meer verder durfde, omdat hij bang was dat iedereen zou zien dat hij het niet kon. Dat hij was gaan huilen. “En”, concludeerde hij zelf, “nu zag in ieder geval iedereen dat ik het niet kon. Ik had achteraf beter gewoon kunnen proberen verder te gaan, dat was veel meer als Growie geweest.”

 

Ik denk aan al die keren dat ik iets eng vond en van binnen huilde. En dat niemand dat aan de buitenkant heeft gezien. Voor mij was het al zoveel meer als Growie geweest als ik wel was gaan huilen.

 

We praten over LEF-land, waar de uitdagingen zijn en waar Growie woont, en over MAKKIE-land, de favoriete plek van Fixie, waar je alles al kunt. Hij kleurt, friemelt met zijn vingers en bekent zachtjes: “Ik zou in allebei de landen wel een huisje willen.” Ik zucht: “Ik ook!”

 

Mijntje