Gisteren voerde ik de hele ochtend voortgangsgesprekken met de studenten op mijn school. Ik heb ze gemist. Gemist omdat ik het zo fijn vind om met ze te werken. Gemist omdat ik 2019 in het ziekenhuis ben begonnen, waar ik opgenomen was met een opstijgende bacteriële infectie aan m’n hand. Gemist omdat ik al die tijd nauwelijks heb kunnen werken.
Het ziekenhuis waar ik lag, is een opleidingsziekenhuis. Mijn arts had een student mee, een heel aantal verpleegkundigen was nog in opleiding en ook afdelingsassistent had een stagiaire die mijn eten kwam brengen. Voor mij als patiënt was het super fijn om horen hoe de ervaren krachten hun studenten uitleg gaven over hun werk. Dat maakt dat ik ook heel veel heb geleerd en te weten ben gekomen over alles wat er met mij en om mij heen gebeurde. En ik ben er van overtuigd dat het mijn artsen en verpleegkundigen ook scherp houdt.
Bijvoorbeeld hoorde ik de verpleegkundige aan haar leerling vertellen dat ze moet controleren of het operatiehemd van de patiënt na terugkeer van een operatie nog netjes gesloten is. Bovendien legde ze uit wanneer ze daar dan de gordijnen bij sluit. In alle drukte op zo’n afdeling lijkt me dit echt iets om te vergeten. Maar als er een stagiaire met je mee kijkt en je vertelt hierover, ben je jezelf ook veel bewuster van zulke kleine, belangrijke dingen.
En wat was ik er blij mee. Herinnerde me de keer dat mijn keelamandelen waren geknipt toen ik begin 20 was. Hoe slaperig ik was van de narcose, niet in staat lang genoeg wakker te blijven om me goed aan te kleden. Hoe ik wel regelmatig omhoog vloog, omdat ik zo misselijk was. Hoe blij ik was dat het bezoek van een andere (wel wakkere) patiënt op de vierpersoonskamer me uiteindelijk hielp om de knoopjes dicht te doen. Hoe anders verging het me nu in dit opleidingsziekenhuis.
En vandaag ben ik dus weer voor het eerst aan het werk op mijn opleidingsschool, waar ik het geluk heb dat ik met een onderwijsnest vol studenten mag werken. Ik kan zo goed voelen hoe belangrijk het ook voor mijn eigen ontwikkeling is om betrokken te zijn bij deze jonge mensen, die een frisse wind door de school doen waaien, die ieder op hun eigen manier deel uitmaken van ons team.
Herinner me de keer, jaren geleden, dat een student bij mij in de klas mee kwam lopen. Dat ik mijn hele repertoire aan werkvormen uit de kast haalde. Dat de lessen woordenschat nog nooit zo enthousiast ontvangen zijn. Dat de resultaten boven verwachting waren. Dat ik me plechtig voornam me niet meer alleen voor de student zo uit te sloven.
Gisteren voerde ik de hele ochtend voortgangsgesprekken met de studenten op mijn school. Ik hoor ze vertellen over mooie dingen die ze zien gebeuren in de school. Ik ben trots op ons allemaal. En ik ben blij dat ik weer mee kan doen…
Mijntje